Taalinstellingen voor het Nederlands
Deze les gaat dieper in op de bijzonderheden waarop je moet letten wanneer je Nederlandstalige teksten zet met LaTeX.
LaTeX werd oorspronkelijk geschreven voor gebruik in het (Amerikaans-)Engels. Om naar het Nederlands over te schakelen, kan het babel
-pakket worden gebruikt; zie ook deze eerdere les en de extra details. Dit zal zorgen voor correcte woordafbrekingen en vertaalt ook automatisch verschillende tekstonderdelen, zoals “Contents” naar “Inhoudsopgave”.
Voor het splitsen van woorden met accenten is het bij pdflatex
noodzakelijk fontenc
met de T1
-optie te laden. Ook zal dit ervoor zorgen dat je letters met accenten correct uit de PDF kan kopiëren. Bij xelatex
en lualatex
hoef je dit pakket niet te laden.
Je kan de taaloptie ook globaal instellen zoals hieronder gedaan wordt.
\documentclass[dutch]{article}
\usepackage[T1]{fontenc}
\usepackage{babel}
\begin{document}
\tableofcontents
\section{Voorbeeldsectie}
Hierna volgt een relatief lang Nederlands woord: de
lagekostenluchtvaartmaatschappij. Deze zin dient enkel
om de paragraaf nog wat op te vullen om de marges
duidelijk naar voren te laten komen. Hier staan wat
woorden met accenten: überhaupt, café en Curaçao. Ten
slotte nog enkele tekens: < > |.
\end{document}
Oefeningen
Verwijder in het voorbeeld hierboven het babel
-pakket en zoek de verschillen.
Kopieer woorden met accenten uit de PDF en plak deze vervolgens in de tekstbewerker. Verwijder het fontenc
-pakket en herhaal je knip-en-plakwerk. Zie je een verschil? Let ook goed op de laatste tekens in de tekst!